‘Hoe meer mensen een idee kunnen toepassen, hoe beter’

Eén van de juryleden van Drenthe Woont Circulair is prof. ir. Elphi Nelissen, hoogleraar Building Sustainability aan de Technische Universiteit Eindhoven. Ze is enthousiast over het project van de woningcorporaties. ‘Een breed gedragen plan als dit heeft echt impact voor de toekomst.’

‘Ik juich ieder initiatief toe dat de aarde de goede kant op helpt. Bij Drenthe Woont Circulair werken meerdere partijen samen en dat zie ik graag. Zo’n brede samenwerking heeft meer impact dan een kleinschalig idee. Voor mij gaf dat de doorslag om mee te doen. Als het gaat om het ondersteunen van initiatieven pik ik vanwege mijn volle agenda de krenten uit de pap. Dit is er één van.’

Oneindig proces
Naast haar werk als hoogleraar Building Sustainability en decaan van de faculteit Bouwkunde aan de TUE bekleedt Elphi Nelissen meerdere nevenfuncties. Zo is zij voorzitter van de Sociaal Economische Raad Brabant, lid van de taskforce Bouwagenda en voorzitter van het transitieteam Circulaire Bouweconomie. ‘Al mijn werkzaamheden hebben één overlappend doel: de wereld een beetje mooier en leefbaarder maken. Ik ben ervan overtuigd dat circulariteit daarvoor de enige manier is. De problemen waar we nu tegenaan lopen, vloeien voort uit de dingen die we in het verleden niet goed deden. We kunnen niet doorgaan met het vervuilen van de aarde en het aangaan van onomkeerbare, lineaire processen. Een beter alternatief zijn processen die oneindig door kunnen gaan. En dan kom je uit op circulariteit.’

Early adopters
Wat circulariteit betreft is Nederland goed bezig, vindt Nelissen. ‘De bewustwording groeit en dat is mooi om te constateren. Ik denk dat circulariteit in de toekomst zelfs een exportproduct van ons land kan worden. We hebben verscheidene voorbeeldprojecten, zoals het circulaire viaduct bij Kampen, diverse circulaire bouwprojecten en gebouwen waarvan de bouwmaterialen afkomstig zijn uit donorgebouwen.’ Juist door kennisdeling heeft alles wat je doet meer effect, aldus Nelissen. ‘Op de universiteit zijn we niet anders gewend; we vinden het heel normaal om de kennis die we ontwikkelen te delen. Ook de kennis over circulair bouwen moeten we niet onder de vleugels houden. Er is natuurlijk nog genoeg dat we nog niet weten over materialen en productontwikkelingen. Branches als bijvoorbeeld de installatietechniek zijn nog niet gewend aan hergebruik. Dat vraagt om nog meer bewustwording. Net als met de energietransitie begint dat bij de early adopters. Daarna moet het gemeengoed worden. Het zou het mooiste zijn als de aandacht voor circulariteit gelijk opgaat met de aandacht voor de energietransitie, maar ik ben realist. Wel zeg ik: als er dan toch een opgave ligt om de Nederlandse woningvoorraad toekomstbestendig te maken, laten we dat zo circulair mogelijk doen.’

Denken aan later
Als moeder is Nelissen persoonlijke gemotiveerd om zich sterk te maken voor duurzaamheid. ‘Ik gun mijn kinderen een toekomst, ik wil ze deze aarde kunnen doorgeven. Dat bewustzijn heb ik van mijn vader meegekregen, denk ik. Hij werkte bij een cementfabriek en had een eigen moestuin. Hij teelde zijn groente zonder bestrijdingsmiddelen en at minder vlees, vanuit het idee dat hij het niet alleen hier en nu goed wilde hebben, maar ook wilde denken aan later. In dat opzicht was hij zijn tijd best vooruit.’

Voor wat betreft de pitches laat Nelissen zich graag verrassen. ‘Ik ga er met name op letten of een idee te repeteren en te kopiëren is. Een eenmalig projectje maakt niet het verschil voor de toekomst. Hoe meer mensen erdoor worden aangesproken en het kunnen toepassen, hoe beter. We willen twee vliegen in één klap slaan: dingen bedenken die de kwaliteit van leven verhogen zonder het milieu te belasten. Hoe dan ook, ik ben nu al enthousiast. Mensen steken hun nek uit om hier aan mee te doen en dat is een compliment waard.’